Perspectief, standpunt: misschien gebruik je die woorden alsof het synoniemen zijn die hetzelfde betekenen. Maar er is wel een verschil. Daarover gaat deze blog.
Men hoeft niet altijd hetzelfde standpunt in te nemen, want niemand kan je beletten wijzer te worden. Konrad Adenauer (1876-1967)
Standpunt: wat is dat?
In de fotografie is het standpunt: de plaats waar vandaan je de foto maakt. Letterlijk dus de plek waar je staat. Filosofisch is een standpunt vergelijkbaar. Je bent in je denken tot een bepaalde plaats gekomen, door je kennis en ervaring en denkprocessen. Nu sta je hier. En dat bepaalt, wat je ziet en hoe je daarover denkt.
Perspectief: meer bewegingsruimte
Ook het woord perspectief (letterlijk: door-kijkje) ken je misschien vanuit de fotografie. Het gaat over de mate van diepte in je foto, waardoor de aandacht van de kijker geleid wordt naar het hoofdonderwerp ervan. Bepaalde elementen krijgen meer nadruk dan andere. Fotografen kunnen bijvoorbeeld kiezen voor het kikkerperspectief, waarbij ze iemand of iets van onderaf fotograferen, of voor het vogelperspectief, waarbij je juist vanaf een veel hogere positie je onderwerp vastlegt op beeld.
Perspectief in je denken gaat ook over kijkrichting en afstand tot je onderwerp. Je kunt meer of minder inzoomen op je onderwerp, door te variëren tussen meer abstract en/of meer concreet erover nadenken. Vanuit hetzelfde standpunt kun je meerdere perspectieven innemen. Dat is denkvrijheid: je wordt niet beperkt tot wat je al weet, maar je kunt vrij bewegen in allerlei richtingen.
Perspectivistische lenigheid ontwikkelen
Ik schreef al eerder over het ontwikkelen van perspectivistische lenigheid. Dat is het vermogen om soepel te wisselen tussen meerdere perspectieven waarmee je een probleem of vraag onderzoekt. Daarmee scherp je je vermogen om kritisch en helder te denken aan. Een goede oefening dus om regelmatig te doen!
Hoe doe je dat: soepeler leren denken?
Soepeler leren denken begint met het innemen van een standpunt. Je zegt wat je ergens over denkt. Dat is een stap die je niet kunt overslaan. Als je gaat wandelen, ga je eerst op beide benen staan. Dan verplaats je links, rechts, enzovoort. Ga zo ook maar eens spelen met perspectieven. Je begint bij wat je zelf denkt over een onderwerp. Dan verplaats je je in een heel ander, bijvoorbeeld tegenovergesteld, standpunt.
Om te filosoferen, ga je verder dan alleen uitspraken doen: je onderbouwt ook op een logische manier waarom het klopt wat je denkt. Doe dat voor je eigen idee, maar ook voor dat andere idee. Wat ontdek je als je die manieren van argumenteren met elkaar vergelijkt? Kom je op een nieuw denkspoor uit?
Uiteraard kun je dit zelf doen, alleen. Maar het wordt nog spannender en interessanter als je er een gesprek over voert. Blijf open en nieuwsgierig naar hoe de ander denkt. En blijf vragen stellen, ook over je eigen denkpatronen.
Waarom zou je dat willen, leniger kunnen wisselen van denkperspectief?
Het citaat van Konrad Adenauer, die na de Tweede Wereldoorlog de eerste Duitse bondskanselier was, legt het eigenlijk al uit. Door andere standpunten te kiezen of te verkennen, en eens een ander perspectief uit te proberen, word je wijzer. Je denkraam wordt groter.
Zoals een vorige Denker des Vaderlands, Daan Roovers zegt:
Filosoferen is ruimte maken in je hoofd om hetzelfde anders te zien.