Goed kiezen valt niet mee. Soms is een to do-lijst twee kantjes. Dan verdwijnen prioriteiten achter drukte en gedoe. In deze blog geef ik je vier tips om je te helpen kiezen.

“Clarity is power. The more clear you are about what you want the more likely you are to achieve it.” Billy Cox
Wat is een goede keus?
Hoe maak je betere keuzes? Of, scherper, wat maakt een keuze goed? Ook voor die vraag kun je terecht in de filosofische praktijk. En dat is niet iets theoretisch, maar iets heel praktisch. Zodra je weet wat jij ‘goed’ vindt aan keuzes, kun je beter prioriteiten stellen.
Tip 1: Leef je in de kiezer (jijzelf) in
Kiezen, of delen. Als ik vroeger een stuk gevulde speculaas moest delen met mijn broer, kreeg ik die twee mogelijkheden van mijn moeder. Als ik de koek sneed, mocht ik niet kiezen. Als ik koos, mocht mijn broer snijden. Het was maar net wat ik belangrijker vond. En het zorgde altijd voor een eerlijke verdeling ;>) omdat je je inleeft in de kiezende partij.
Dat simpele voorbeeld laat al iets belangrijks zien over het maken van keuzes. Je kunt pas kiezen als je weet wat je belangrijk vindt. (Voor mij was dat de amandel op de speculaas). Anders lijkt het meer op het opgooien van een muntje, waarbij kop of munt bepaalt wat je doet. Zo wil je zeker levensbepalende beslissingen niet nemen, toch?
Even terug naar jouw situatie, waarin je een keuze wilt maken die belangrijk is voor de inrichting van je leven. Bijvoorbeeld welke opleiding bij je past. Of welke partner.
Als je wilt weten wat bij jou past, moet je jezelf (als kiezend persoon) kennen. Wat vind jij belangrijk? Welke waarden staan centraal in jouw leven, komen steeds opnieuw naar boven en vormen een rode draad in jouw leven?
Om te kunnen kiezen, moet je jezelf kennen.
- Wie ben ik eigenlijk?
- Met welke keuze blijf ik het dichtst bij mezelf?
- Wat moet ik weten om te kunnen kiezen?
Tip 2: Kiezen is niet altijd of-of
Het is belangrijk om te weten wat kiezen nou eigenlijk is. In een denkgesprek zou ik daar uitgebreider met je over praten. Het lijkt iets te maken te hebben met ‘selecteren’, ‘je voorkeur bepalen’ (ook weer begrippen waar we dieper op kunnen ingaan).
Een veel voorkomende valkuil is dat je denkt dat het een zero sum-situatie is: daarbij kies je het een, en verlies je (daardoor) het ander. Een kwestie van of-of.
Bijvoorbeeld: ga ik de uitdaging aan van een half jaar studeren in het buitenland, of blijf ik in Nederland om die nieuwe liefde een kans te geven? Als je daar beter over nadenkt, blijkt het vaak niet zo zwart-wit te zijn. Er is meer mogelijk dan je in eerste instantie denkt.
Een keuze is zelden zwart-wit, of-of. Ga op zoek naar de grijstinten.
- Welke aspecten zitten er aan deze keus?
- Welke daarvan wegen voor mij het zwaarst?
Tip 3: Alles vooraf kunnen weten/plannen is een illusie
Heel vaak vinden we het moeilijk om te kiezen uit angst een verkeerde keus te maken. Wat dat is, een verkeerde keus? Dat omschrijven we vaak als iets waar we later spijt van krijgen. Eigenlijk denken we dan stiekem dat we, als we maar lang en hard genoeg nadenken en zoveel mogelijk details verzamelen, zoiets als ‘de juiste keus’ kunnen maken.
Maar volledige kennis heb je nooit. Je kunt wel bedenken wat er eventueel-ooit-zou-kunnen-gebeuren. Of dat idee werkelijkheid wordt, ontdek je pas in de toekomst en in de praktijk. Daar heb je dus ‘nu’, op het moment dat je een keus wil maken, erg weinig aan.
Besluiteloos blijven aarzelen helpt dus ook niet. Dat kost alleen veel tijd.
Waar we ook vaak bang voor zijn, en wat we evenmin met zekerheid kunnen voorspellen, is hoe andere mensen gaan reageren op onze keus. Het heeft dus weinig zin om het nemen van een beslissing voor je uit te schuiven omdat je denkt dat anderen je daardoor een egoïst vinden. Of niet meer aardig.
Wat anderen van jouw keuzes vinden, ligt niet in jouw invloedssfeer.
- Wat weet ik zeker?
- Welke invloeden van buitenaf spelen mee in mijn keuzeprobleem?
- Waar heb ik zelf invloed op?
Tip 4: Praat over je keuzestress
Natuurlijk, we maken allemaal elke dag honderden keuzes. Wat je aantrekt, wat je eet, of je de fiets of de auto pakt, enzovoort. Daarbij maken we gebruik van heuristiek: praktische vuistregels. Je doet wat eerder gewerkt heeft (“Toen ik op mijn werk kwam met teenslippers, kreeg ik allerlei commentaar. Laat ik maar pumps aantrekken vandaag”).
Meestal leveren die keuzes niet echt problemen op. Je komt er vaak wel mee weg; in de praktijk hoef je daar niet erg over na te denken.
Sta je echter voor een keus die waarschijnlijk meer impact heeft op je leven, dan is het verstandig om daarover te praten. Kies een gesprekspartner die kritisch is. Die jou helpt om illusies door te prikken, zoals het idee dat jij invloed hebt op wat een ander over jou denkt.
En stel het nemen van een beslissing niet eindeloos uit. Want of een keus goed of slecht uitpakt, merk je pas later, in de praktijk. Misschien is een hele foute keus (zoals dat foute vriendje op je 16e) uiteindelijk een hele goede keus, omdat je daardoor leert wat je belangrijk vindt in een relatie.
Soms is het maken van de verkeerde keus beter dan het maken van geen keus. Je hebt de moed om vooruit te gaan, en dat is zeldzaam. Wie bij de tweesprong blijft staan, en niet kan kiezen, zal nooit ergens komen. (Terry Goodkind, Wizard’s First Rule)

Voel je uitgenodigd om hierover door te praten in mijn praktijk. Je bent van harte welkom.