NEEM CONTACT OP VIA WhatsApp OF WhatsApp

Kan ik aanwezig zijn en blijven?

Toen ik het boek van Roek Lips las (zie mijn essay over enkele bijdragen daarin), kwam ik ook een bijdrage tegen van Madeleine Ingen Housz. Omdat de vraag die zij stelt voor mij persoonlijk heel wezenlijk is, schrijf ik er apart over. Het is een vraag die zich steeds opnieuw aandient in mijn leven. Een echte levensvraag dus.

Foto door Joshua J. Cotten op Unsplash van een zingende vogel, binnen een hek.

Als een vogel precies kon zeggen wat hij zingt, waarom hij zingt en wat het in hem is dat zingt, zou hij niet meer zingen. (Paul Valéry,1871-1945)

Wat in mij wil zingen? geen idee!

Ik ken Madeleine Ingen Housz (dirigent en zanglerares) persoonlijk. Toen ik een verlangen bij mezelf ontdekte om te gaan zingen, mijn stem te gebruiken, heb ik bij haar zowel individuele lessen genomen als een groepstraining gevolgd van een jaar. Onder haar muzikale leiding heb ik ook kennisgemaakt met allerlei grote en kleinere muziekstukken voor koor. En dan gebeurt er veel. Zij ziet mensen dan: “uit hun verdediging, hun masker komen en de verbinding met zichzelf vanuit een andere invalshoek aandurven. Het is zo belangrijk dat mensen in deze tijd zorgen dat ze niet verdorren.” (blz. 359)

In haar aanpak verbindt Madeleine het hoofd, en de stem, weer stevig met het lichaam, bijvoorbeeld door je een gebaar te laten maken bij het spreken of zingen. “Het uiterlijke gebaar helpt ons dan om ons bewust te worden van het innerlijk gebaar. Op die manier ontstaat er een andere bereidheid om te zingen of te spreken.” (blz. 360). Die ‘bereidheid van de stem’ is eigenlijk het resoneren of meeklinken van jouw zijnstoestand. Boosheid, angst, verdriet, blijheid: alles klinkt er in door, en komt vanuit je lijf.

Dát allemaal durven laten doorklinken, vergt moed en het uitschakelen van het ‘niet durven’ zingen of spreken dat in je hoofd zit. Het klinkt pas natuurlijk en vrij als je kunt rusten in jezelf. Dat vraagt bewustzijn en lijfelijke aanwezigheid in het moment: (blz. 361)

Als ik tegenover mensen sta en bezig ben met de vraag wat ze van mij zullen denken, dan rust ik niet in mijzelf. De voorkant van mijn lichaam voelt zich bedreigd en sluit zich af. Maar het gevoel van vertrouwen, dat je hopelijk als kind hebt meegekregen, dat zit aan de achterkant, in je rug. Kan ik als ik zing of spreek, die rug nog voelen, of ben ik het gevoel daarmee helemaal kwijt? De uitdrukkingen in onze taal vertellen ons wat dat betreft genoeg: hakken in het zand zetten, door de knieën gaan, poot stijf houden, op je achterste benen staan, het achterste van je tong laten zien.

Taal kan ons veel inzicht geven.

En dat aanwezig blijven bij de onderstroom, bij de ziel en het lichaam, helpt niet alleen om beter te zingen, maar ook bij het spreken. Zó spreken voor andere mensen dat je tegelijk echt de verbinding met jezelf blijft voelen. Dan komt je boodschap authentiek over, mits je jezelf daar de tijd voor gunt. Vertraag, praat langzamer (en nodig daarmee ook de ander uit om dat te doen). Kwetsbaarheid en openheid zijn in positieve zin besmettelijk.

Misschien klinkt dit je heel soft in de oren. Maar ik heb zelf ervaren hoe bevrijdend het werkt om het aan te gaan dat je ‘naar binnen gaat bij jezelf maar niet verdwijnt’ (parafrase van blz. 362). Dat je je onzekerheid, die wiebel of heesheid in je toon, niet verbergt. En ook, dat je open staat voor nieuwe inzichten die misschien wel leiden tot een verandering van mening.

Zo’n verandering kost tijd. Nu, zes jaar later (mei 2022), heb ik me voor het eerst vrij gevoeld op het podium tijdens een leerlingenconcert. Ik zong solo een lied, en een duet, en de muziek ging ‘door mij heen’ en klonk tegelijkertijd uit mij. Ik was present, zelf aanwezig, én ik voelde verbinding met het publiek en met de muziek. Dat klinkt wonderlijk als ik het opschrijf. En dat was het ook. Tegelijkertijd heel erg geaard, én in contact met het onnoembare.

Presentie versus presentatie; en het effect op je prestatie

Aanwezigheid, of presentie, is iets anders dan presentatie. Aanwezig ben je; een voorstelling of lezing geef je. Als je jouw aanwezigheid, jouw authentieke zelf op dit moment, wegdrukt, is dat zichtbaar en hoorbaar in je presentatie. En ook je prestatie (wat je tot stand brengt/of je (goed) voor de dag komt), lijdt daaronder, evenals de verbinding met je publiek.

Ik sluit dit essay daarom graag af met Madeleine’s pleidooi om weer de verbinding aan te gaan met jezelf en met anderen. Momenten nemen om bij jezelf te kunnen zijn (blz. 363):

Durf onzeker te zijn. Durf het te voelen en geef jezelf de ruimte om, als het nodig is, een tijdje in onzekerheid te blijven. Levensvragen zijn er vaak belangrijk genoeg voor. De zekerheid komt daarna wel weer.

En, zoals je weet: als je daar wat begeleiding bij kunt gebruiken, om te leren omgaan met onzekerheid en niet-weten, ben je van harte welkom voor een vrijblijvend kennismakingsgesprek online. Voor het ontwikkelen van jouw eigen stem, verwijs ik je door naar Madeleine Ingen Housz.