NEEM CONTACT OP VIA WhatsApp OF WhatsApp

Filosofische inspiratiebronnen voor mijn praktijk

Inspiratie voor mijn werk als filosofisch practicus vind ik op allerlei plaatsen. Natuurlijk in de gesprekken met bezoekers van mijn praktijk, maar ook in boeken van en over filosofie.

Man springt over een kloof tussen twee gebouwen, laagperspectief; foto van Sonja Guina via Unsplash

Inspiratie van Socrates: vragen-der-wijs

Socrates, de Griekse filosoof die zo’n 20 eeuwen geleden leefde, is een goed voorbeeld en een startpunt voor het vragend wijzer worden.

Hij stelde elke vraag die in hem opkwam. Want, stelde hij, van vragen word je wijzer dan van antwoorden. Dus stelde hij vragen, heel veel:

  • zonder zich druk te maken over verschillen in status, reputatie, enzovoort, dus ook aan Zeer Belangrijke Personen
  • zonder zich af te vragen of iemand hem na het stellen van deze vraag nog aardig zou vinden, dus ook heel hinderlijke vragen

Daarom werd Socrates ook wel een ‘horzel’ genoemd. Kijk het korte filmpje (3 min) hieronder om meer over Socrates te weten te komen.

Filmpje over Socrates (Omroep Human)

In 3 minuten leer je over het leven en de ideeën van Socrates

Socrates en de aporie

Socrates ging door met vragen totdat zijn dialoogpartner een grens bereikte. Daarmee verloste hij zijn gesprekspartner van de wijsheid die de ander in zich droeg. Verlossen moet je hier lezen als het werk van een vroedvrouw (geïnspireerd door het werk van zijn moeder, waarschijnlijk).

Die grens van het niet-meer-weten wordt aporie (letterlijk: niet-doorwaadbare plaats) genoemd. Dat is de plek waar je geen antwoorden meer hebt, alleen nog iets uitbrengt als:

hè?

Je hebt even geen route meer naar nieuw denken. Het denken stopt bij een vraag. Die plek waar je het niet meer weet is de plek der moeite. Tijdens een filosofisch gesprek leren bezoekers hoe ze daarmee kunnen omgaan.

Want het goede nieuws is gelukkig dat je vanuit die grens/lastige plek toch ook weer een nieuwe doorgang kunt vinden. Daarbij vind ik de ideeën van Hegel behulpzaam.

Hegel: inspiratie van begrippen die zich ontwikkelen

Het is onbevredigend om te stoppen waar je het niet meer weet. Als je wijzer wilt worden, tenminste. (Harm van der Gaag)

De Duitse filosoof Hegel (1770-1831) biedt een manier om verder te komen. Hij onderzoekt op een bijzondere manier begrippen en laat die zich verder ontwikkelen, door erover na te denken.

Wat is een begrip?

Een begrip is iets waarover je kunt nadenken. Je ‘grijpt’ in je denken iets vast uit de werkelijkheid.

Iets is pas een begrip te noemen wanneer het duidelijk en eenduidig beschreven is. Je kunt het dan niet meer verwarren met iets anders dat er misschien wel dicht bij in de buurt komt.

Kortom, je moet zo nauwkeurig mogelijk bepalen wat X is. Daarvoor moet je wat eerst abstract is, concreter invullen.

Van een abstract naar een concreet begrip

Als je begint met nadenken over een begrip, is dat vaak nog iets heel abstracts. Abstraheren is iets ontdoen van datgene wat het tot een specifiek voorbeeld maakt. De algemene aard van iets blijft over. In het schilderij hiernaast (Foto door JR Korpa op Unsplash) herken je nog vaag een mensfiguur. Je ziet niet goed of het een man of een vrouw is, laat staan welk individu het voorstelt.

Concreet betekent letterlijk samengegroeid. Iets concreet maken, houdt zoiets in als aan een vorm binden: dat het werkelijk bestaat, feitelijk zo is.

Hegel’s opheffing van de aporie

Het geniale van Hegel is dat hij verder denkt dan die eerste stap, het benoemen van het abstracte begrip, dus de algemene aard van iets. Hij roept je op om dat begrip concreet te maken.

Als je precies bepaalt wat X is, ken je ook de negatie van X (dat wat X niet-is). Wat X is, en wat het niet-is, is beide waar. Ze horen onlosmakelijk bij elkaar. En tegelijk zijn ze met elkaar in conflict.

Dat is het punt waar je volgens Socrates de aporie ervaart: hè? Hoe zit dat nou?

In de confrontatie van deze beide kanten, van de definitie (X is dit) en de negatie daarvan (dit is niet-X), heb je de kans om die beide op te heffen. Opheffen heeft de eerste twee betekenissen in onderstaande opsomming. Door die opheffing bereik je een nieuwe vorm van bewustzijn (punt 3). Je kunt dan iets denken wat eerder nog niet denkbaar was.

  1. je doet ze teniet, én
  2. je tilt ze op naar een hoger niveau.
  3. Er komt een nieuw woord in je op, waarin de definitie zich verzoent met de negatie. Dat klinkt heel ingewikkeld. Is het ook ;>) en tegelijk helemaal niet.

De opheffing is het logische vervolg van de confrontatie van beide polen met elkaar.

Word ik daar wijzer van, van die opheffing van de aporie?

Ja. Want het geeft je een concreter (meer ingekleurd) begrip als startpunt voor het verder ontwikkelen van je denken. Je snapt net iets meer van de werkelijkheid. En je traint je denkvermogen.

Dat sluit aan bij de definitie van wijs die Van Dale online geeft: “verstandig, door ervaring geleerd; van gezond verstand, van goed overleg getuigend.” De ervaring van hoe een begrip zich ontwikkelt, maakt je echt (een beetje) wijzer.

Lees ook eens: