(Geen)-gelijkhebbers: hoe ga je daar goed mee om? Je kent ze vast wel, mensen die op alles wat jij zegt ‘ja maar…’ antwoorden (betweters). Of die overtuigingen hebben die nogal wappie zijn (niet zulk filosofisch taalgebruik voor complotdenken). Wat kun je doen als je dit tegenkomt in een gesprek?
Als iemand me kan laten zien en me kan overtuigen dat ik iets verkeerds denk of doe, dan zal ik met liefde veranderen; want ik wens de waarheid te weten, die nog nooit iemand gekwetst heeft. (Marcus Aurelius)
Hoe reageer jij als iemand overtuigd is van zijn eigen ‘waarheid’?
Iemand die er van overtuigd is de waarheid te spreken, kun je meestal niet overtuigen van het tegendeel. Of het nou gaat om een anti-vaxxer of iemand die een antwoord begint met : “Ja maar….” (altijd diezelfde collega natuurlijk!), en die je het liefst achter het behang zou plakken.
Wat wel werkt:
- je eigen irritatie leren verdragen, zodat je blijft luisteren
- vragen stellen in plaats van de strijd met een overtuiging aangaan
Verdraag je irritatie
Strontvervelend als iemand je tegenspreekt. Wat een betweter! Nog meer vertraging š En je wilt onderhand wel eens verder, in actie komen.
Toch is het goed om te leren die irritatie op te merken en te verdragen. Dan kun je namelijk weer luisteren naar wat iemand voor waar houdt.
Stel vragen
Je hoeft natuurlijk niet kritiekloos mee te gaan in andermans overtuiging. Dat heeft geen zin.
Wat wel kan helpen, is vragen stellen. Houd de mogelijkheid open dat er misschien een gouden kern van waarheid aanwezig is in iemands overtuiging, of in zijn bezwaar (zoals de Engelsen zo mooi zeggen: ‘a grain of truth‘). Misschien kun je er iets mee, misschien niet. Maar praat er in elk geval over met elkaar.
Ja … Maar: gebruik het goed
Ja, het is vervelend. Maar: het verrijkt jouw begrip van de werkelijkheid als je echt kunt luisteren. Neem aan dat de ander gelijk heeft, en vraag door. Luister schoon, zonder vooroordelen. Daar word je wijzer van.
Ja, maar, eigenlijk klopt het niet helemaal wat ik hierboven schreef. ‘Ja komma maar’ bevestigt eerst iets (Ja) en ontkent het daarna, zet er een tegenstelling tegenover. Je kunt daar bewust voor kiezen.
Ja, en…is veel uitnodigender in een gesprek. Je bevestigt dat je gehoord hebt wat iemand zei (liefst door dat in je eigen woorden te herhalen). En..dan vervolg je het gesprek met een vraag. “Ja, trouw is belangrijk in een relatie. En, ik vraag me wel af, is trouw onder alle omstandigheden goed? Aan wie of wat moet je trouw zijn?”